Van oorsprong zijn kerk en parochie toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw. Het witstenen kerkgebouw dateert van omstreeks 1400. Het is in gothische stijl opgetrokken en was in het begin een eenvoudige kapel. Van een eigenlijke kerk kan eerst sprake zijn vanaf de eerste helft van de 16e eeuw, wanneer kruis- en middenbeuk bijgebouwd werden. Later werd de kerk nog herhaaldelijk verbouwd en vergroot. De kerktoren, zoals hij vandaag voorkomt, werd in 1862 voltooid. De zijbeuken en koorverlengingen dateren van 1927-1929. Men kan zich een gedacht vormen van de uitbreiding die Bouwel nam als men weet dat het hoogkoor van nu, het ganse gewelf van de vroegere kerk vormde.
De waardevolle bezittingen van de Bouwelse kerk bestaan voor het grootste deel uit kostbaar en kunstig smeedwerk. Verder zijn er ook het hoofdaltaar van 1688, de communiebank van 1672 en de predikstoel van 1687. Bovendien bevindt zich in de linkse zijgevel van de kruisbeuk een merkwaardig en kleurrijk brandglasraam uit de tijd van de Gotiek. In de rechterzijbeuk bevindt zich het altaar van de Sint-Sebastiaansgilde. Dit altaar vertoont een schilderij van de Lierenaar Adriaan De Bie (Vlaamse school, eerste helft van de 17e eeuw). Schenker hiervan was Hendrik van Varick of diens zoon Nicolaas, beiden Heer van Bouwel.
De prachtige omgeving van de kerk werd als natuurmonument geklasseerd (1968).