Padden overwinteren onder afgevallen bladeren. Als de zon voldoende warmte geeft (ongeveer 8°C) en het is vochtig weer, dan verhuizen de padden massaal naar paarplaatsen. Dat gebeurt meestal in de periode van januari tot eind april. De paddentrek is het meest actief tussen 18.00 en 23.00 uur s avonds. Door ons dichte wegennetwerk moeten de amfibieën tijdens hun voortplantingstocht vaak straten oversteken. Wanneer een auto hun pad kruist, eindigt zon tocht vaak in een platte dood.
Om deze verkeersslachtoffers te voorkomen, organiseert Natuurpunt paddenoverzetacties. Met speciale schermen, zoals in Binnenheide, worden de padden naar emmers geleid die door vrijwilligers regelmatig geleegd worden aan de andere kant van de straat. Daar kunnen de padden hun tocht weer veilig verderzetten.
In juli/augustus zien we dan het gevolg van de paddentrek: honderden padjes, kleine kruipertjes van amper één centimeter groot, komen uit het water.